Het Confucianisme is een ethisch-filosofisch systeem, geformuleerd door de Chinese geleerde Confucius (551-479 v.Chr.) en behandelt onder andere politieke en staatsideologische onderwerpen en regels voor het maatschappelijk verkeer.
Het Taoïsme is het meest bekend door de Tao Te Tsjing, een klein boekwerkje over de Tao, geschreven door Lao Zi (ca. 600 v.Chr.). Tao betekent vrij vertaald 'De Weg' en heeft drie betekenissen: de natuurlijke wereld, spontane bevrijding van sociale conventie en de absolute werkelijkheid. Tao duidt op het ordenend principe achter het Universum dat ervoor zorgt dat alles verloopt zoals het verloopt.
Het Chinese Boeddhisme vindt zijn oorsprong in het Boeddhisme dat in India is ontstaan als de leer van Boeddha of Boeddha Sakyamuni, zoals hij ook wel wordt genoemd.
Het Indiase Boeddhisme werd, nadat het in China was geïntroduceerd, onder andere beïnvloed door het Taoïsme en lokale religies. Er hebben zich in China nieuwe varianten ontwikkeld.
Deze filosofische stromingen kenden een grote bloeiperiode in het verleden. En nog steeds hebben zij grote invloed op het doen en laten van de mens in het moderne China.
Het Confucianisme en Taoïsme zijn van oorsprong Chinees en stammen beide ongeveer uit dezelfde periode, namelijk 5 à 6 eeuwen v.Chr. Het Chinese Boeddhisme stamt uit de eeuwen kort n.Chr. En is oorspronkelijk afkomstig uit India.
|