Het thema
Wij hebben in onze wereld voortdurend met andere mensen te maken, maar wat is precies de plaats van die ander in ons leven? Is hij man of vrouw? Is hij autochtoon of allochtoon? Is hij onze vriend of onze vijand? In vier lezingen gaan we aan de hand van een aantal filosofen op zoek naar de ander. Met Emmanuel Lévinas zullen we via @iDe Ander@/i de weg naar het Goede vinden terwijl bij Sartre @iDe Ander@/i de weg naar de hel zal zijn, maar hoe het ook zij, de ander zal nooit meer hetzelfde zijn.
De derde avond: Simone de Beauvoir
Op 31 januari 2008 geeft Leonie van Wees in de serie lezingen over @iDe Ander@/i de 3e Kronoz filosofielezing. Deze keer zal het gaan over de Franse schrijfster en filosofe Simone de Beauvoir.
De Beauvoir werd in 1908 geboren in de Parijse wijk Montparnasse, in een arme, streng-katholieke familie en ze overleed in 1986. Omdat haar ouders geen bruidsschat voor haar zouden kunnen betalen, moest Simone leren in haar eigen onderhoud te voorzien. Deze omstandigheid legde de basis voor haar idee dat een vrouw zelfstandig en onafhankelijk moest zijn. Latere invloeden op haar werk zijn te vinden bij Jean Paul Sartre (die haar levenslange partner zou zijn), G.W.F. Hegel, M. Merleau-Ponty en M. Heidegger.
Enkele titels van door haar geschreven boeken zijn: 'De Tweede Sekse' (1949), 'De Mandarijnen' (1954) en 'Pleidooi voor een moraal der dubbelzinnigheid' (1947).
In haar filosofie spelen een existentialistische levensopvatting en de problematiek van de vrouwenemancipatie een grote rol. De existentialistische levensopvatting nam zij voor een belangrijk deel over van Sartre. Zij gaf er echter een eigen interpretatie aan. Waar Sartre de nadruk legde op het bewustzijn als een geïsoleerd, bijna zwevend fenomeen, zag De Beauvoir het belang van de omstandigheden, de situatie waarin de mens verkeert: er is bijvoorbeeld een groot verschil tussen de zwangerschap van een ongehuwd, katholiek meisje in de jaren '50 en de zwangerschap in 2008 van een getrouwde vrouw die tweemaal IVF heeft ondergaan.
Descartes (1596-1650) stelde dat de mens uit 2 substanties bestaat: lichaam en geest, die onafhankelijk van elkaar functioneren. Nee, zegt de Beauvoir, deze twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en vormen één geheel, want de geest kan niets waarnemen zonder het lichaam. Het lichaam zegt: "Dit vind ik lekker, dat vind ik mooi" etc. Een geest die enkel zonder lichaam rondzweeft, die geen betrekkingen kan hebben met wat dan ook, kan zichzelf niet realiseren. Tijdens bepaalde emoties vallen lichaam en geest zelfs samen: bijvoorbeeld bij huilen van verdriet, of trillen van angst. De Beauvoir geeft het bewustzijn als het ware een huis. Hierin is de invloed van de fenomenologie van Merleau-Ponty merkbaar.
De Beauvoir worstelde met de vraag hoe zij diepe gevoelens van liefde en afhankelijkheid moest rijmen met een vrij, onafhankelijk leven. Dit zou resulteren in haar levenswerk: het binnen het existentialisme ruimte scheppen voor liefde en vriendschap tussen twee gelijkwaardige individuen. De Beauvoir legt ook in het contact met de ander een grotere nadruk op het lichamelijke aspect van de mens. Dit uit zich onder andere in de emotie. Een citaat van haar luidt: "Bij wie ik emotioneel betrokken raak wordt door maar één ding bepaald: het zijn mijn tranen die beslissen".
Voortbordurend op het existentialisme van Sartre, die stelt dat de mens is veroordeeld tot vrijheid, en keuzes móet maken, stelt de Beauvoir dat ontkenning van die vrijheid, eigenheid, authenticiteit, door een identiteit aan te nemen, "mij tot een ding maakt en mij van de verantwoordelijkheid ontslaat om te kiezen wat ik van mijn leven wil maken." De Beauvoir stelt in dit verband, dat de mens zich steeds verder moet blíjven ontplooien en niet ernaar moet streven om dit of dat te worden en het dan daarbij te laten. Dit laatste noemde Sartre 'de Kwade trouw'.
De Beauvoir onderscheidt 3 soorten vrijheid die onderling met elkaar in verbinding staan: de ontologische vrijheid (de existentiële vrijheid, als wezenskenmerk van de mens); de sociale vrijheid (bijvoorbeeld persvrijheid, of vrijheid om te reizen) en de ethische vrijheid (bijvoorbeeld: mag ik liegen in bepaalde situaties?) De sociale vrijheid is onmisbaar voor de ontologische vrijheid.
Vrijheid is voor De Beauvoir geen abstracte kwaliteit van de mens, zij moet geleefd worden en is daarmee onderdeel van de Levenskunst. De mens is wat hij doet, hoe hij of zij leeft.
De Beauvoir heeft veel aandacht besteed aan de positie van de vrouw in de maatschappij. Haar invloedrijke en belangrijkste boek "De Tweede Sekse" gaat voor een deel over de geschiedenis van de maatschappelijke positie van de vrouw. Een citaat van haar luidt: "Je komt niet ter wereld als vrouw, je wordt vrouw." Het zijn niet de lichamelijke verschillen die de vrouw tot vrouw maken, het zijn de sociale en economische verschillen. Een ander citaat luidt: "Het feminisme is individueel leven en collectief strijden."
In het begin van haar carrière vestigt zij er haar hoop op dat het socialisme de bevrijding van de vrouw zal bewerkstelligen. In een later stadium raakte zij echter teleurgesteld over de situatie van de vrouw in socialistische landen en ging zij zich richten op het feminisme als zelfstandige beweging.
Tekst: Piet van Dorp.
Leonie over zichzelf
Met een vader als filosoof is de filosofie mij eigenlijk met de paplepel ingegoten. Vanzelfsprekend heb ik op mijn middelbare school examen gedaan in het vak filosofie, maar ben daarna toch eerst psychologie aan de Universiteit van Amsterdam gaan studeren. Na een jaar ben ik er echter mee gestopt, ik miste de filosofie en de stad Rotterdam. Zodoende studeer ik nu voor mijn vijfde jaar wijsbegeerte aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Mijn specialisatie is de wijsgerige antropologie (mensbeelden). Inmiddels heb ik het Bachelorgedeelte afgerond met een acht als judicium en focus ik mij nu op het Mastergedeelte, dat ik dit jaar af hoop te ronden.
|